De reuk is een onderschat zintuig. Het wegvallen van de reukzin kan tot gevaarlijke toestanden leiden en aanleiding geven tot depressies en verlies van seksuele interesse. De reukzin speelt zelfs een rol bij het leren en in het geheugen.

Als mensen wordt gevraagd welk zintuig zij niet zouden willen missen, staat het gezichtsvermogen bovenaan de lijst. De reuk neemt een bescheiden plaats in. Dat besluit wordt wat gemakkelijk genomen. Vanuit de evolutie redenerend, is de reuk een oud en belangrijk zintuig. Wij beseffen eenvoudigweg niet hoezeer wij erdoor worden beïnvloed. Zintuigen zijn door zenuwen met de hersenen verbonden. Zo geven oog en oor via een lange weg hun informatie door aan diverse delen van het brein. Bij de reuk is dat niet zo: een stukje van de hersenen is als het ware afgedaald tot bovenin de neus. Het reukvermogen staat daardoor in direct contact met het brein.

Nog een verschil tussen de reuk en andere zintuigen is dat de informatie het lichaam op twee manieren bereikt. Een deel van de reukstoffen komt via de neus in het bloed terecht, een ander en groter deel wordt in zenuwimpulsen gecodeerd. Deze signalen gaan vooral naar het zogenaamde limbische systeem in hersenen. Die structuren zijn heel belangrijk voor gevoelens en emoties.

Reukprikkels zijn onmisbaar. Dat blijkt onder meer uit reukverlies dat kan optreden na een klap tegen het hoofd of als gevolg van bepaalde virus-infecties. De mensen in kwestie proeven dan niet alleen weinig (een groot deel van de smaak berust op reukgewaarwordingen), zij stellen zich ook bloot aan gevaren doordat zij bedorven vlees niet ruiken of nogal laat tot de ontdekking komen dat de keuken in lichterlaaie staat. Bovendien mist het limbische systeem bij deze mensen zijn 'invoer' als het ware, en dat leidt vaak tot depressies en verlies van seksuele interesse. Die depressies omvatten niet alleen onaangename gevoelens, zij bedreigen ook de gezondheid. Als een neerslachtige toestand lang duurt, wordt de lichamelijke afweer geremd, met als gevolg een grotere kans op allerlei ziekten. Dat de reuk een primitief of evolutionair gezien oud zintuig is, blijkt nog uit verschillende andere gegevens. Wij zijn in staat talloze vormen te benoemen of te beschrijven. De honderdduizenden geuren die wij van elkaar kunnen onderscheiden, hebben daarentegen veel minder contact met de wereld van de woorden. Geuren hebben maar een beperkt aantal namen. Deze hebben vaak alleen betrekking op de stoffen zelf of op hun herkomst (het stinkt hier naar benzine, dit is de geur van een roos). In veel gevallen moeten we zelfs volstaan met opmerkingen over aangenaam of onaangenaam, of met vage analogieën (dit luchtje doet me denken aan...). Ook met de intensiteit van geuren is er iets merkwaardigs aan de hand. Het maakt bij het zien van rood of groen licht weinig uit hoe groot de hoeveelheid energie is: de waarnemingsdrempels voor licht van uiteenlopende frequenties verschillen niet sterk. Bij geuren is dat heel anders: de gevoeligheid voor sommige geuren kan duizend maal zo groot zijn dan voor andere. Hoe dat komt, is onbekend. Wèl weten we dat een geur in het algemeen sneller wordt opgemerkt naarmate hij gevaarlijker is (een uitzondering is het reukloze koolmonoxide). Dit verband tussen drempelintensiteit en gevaar duidt erop dat de reuk direct te maken heeft met overleven.

Er zijn veel relaties tussen reuk en emoties. Een kenmerk van die samenhang is dat wij als regel niet beseffen hoezeer emoties door geuren worden beïnvloed. Wat voorbeelden. Veel mensen ademen gemakshalve door hun mond. Onderzoek hierover suggereert dat kinderen die door hun mond ademhalen het verhoudingsgewijs niet zo goed doen op school, en dat hun emotionele ontwikkeling wat achter blijft. Sommigen vermoeden dus dat het verstandig is, kinderen te leren zoveel mogelijk door hun neus te ademen. Hun limbische systeem wordt dan relatief sterk geprikkeld. Dat zou niet alleen een goede invloed op hun gevoelsleven hebben, het is ook denkbaar dat school-prestaties daardoor verbeteren: vooral bij kinderen hangen verstand en gevoel sterk samen.

Een van de vele emoties die mens en dier kennen, is seksuele opwinding en aansluitend gedrag. Op dat gebied is de reuk essentieel. Zalmen zwemmen in de paringstijd onder invloed van geursensaties landinwaarts, vlinders trekken elkaar over grote afstanden aan via het uitstoten en ruiken van bepaalde stoffen, en een zeug ziet iets in een beer als deze een bepaalde lucht produceert. In de Verenigde Staten is deze geur nagebootst en in spuitbussen verpakt (boar mate). Een boer of een dierenarts kan de emotionele staat van zeugen in kaart brengen door hun gedrag te observeren nadat hij met de spuitbus is rondgegaan.

Geuren die met seksueel gedrag te maken hebben, worden feromonen of copulinen genoemd. Voorbeelden zijn androstenediol dat wordt geproduceerd in de oksels van mannen, een substantie die voorkomt in de vagina van apen, en muskus, een produkt van de muskusrat. Als dergelijke stoffen op de borst worden gesmeerd, wil de seksuele activiteit van mensen wel eens toenemen. Dit soort stoffen heeft ook nog subtiele andere effecten. Vrouwen hebben een positiever oordeel over mannen als tijdens een sollicitatiegesprek stiekem een feromoon in de kamer wordt verspreid. Het spreekt vanzelf dat de parfumwereld gebruik maakt van feromonen en copulinen. Veel parfums bevatten muskus en zelfs een beetje van de lucht van uitwerpselen. Dat lijkt merkwaardiger dan het is. Mensen hebben niet zo'n afkeer van (hun eigen) uitwerpselen, en dat is zeker niet zo bij kinderen. Ook volwassenen zitten vaak langer op het toilet dan noodzakelijk is. 

Weinig bekend is ten slotte dat relaties stuk kunnen lopen op als het ware onverenigbare lichaamsgeuren. Sommige biologen beweren dat de lichaamsgeur een genetisch bepaalde factor is, die overigens door de voeding wel enigszins veranderd kan worden. Slecht combineerbare geuren zouden tevens een genetisch ongewenste koppeling betekenen, wat impliceert dat de relatie in zo'n geval maar beter niet tot stand zou kunnen komen. Evolutionair gezien is dit intrigerend: geuren zouden indirect in staat zijn de kwaliteit van de soort in de gaten te houden. Waar of niet, in dit kader past in ieder geval het gegeven dat vrouwen de grootste reukgevoeligheid hebben omstreeks het tijdstip van de ovulatie. Op dat moment zijn zij biologisch gezien het best toegerust om uit te maken of een seksuele partner hen wel ligt. Bij mannen komen geen periodieke schommelingen in het reukonderscheidingsvermogen voor.

Zelfs de hormonale huishouding kan bij vrouwen door geuren worden beïnvloed. Als vrouwen met elkaar gaan samenwonen, menstrueren zij na verloop van tijd synchroon. Dat dit een geurkwestie is, blijkt uit een experiment waarbij men vrouwen die niet samenwoonden, voorzag van elkaars Iichaamsgeuren. Na verloop van tijd liepen de menstruaties parallel.

Voor de emotionele ontwikkeling is het essentieel dat het kind de moeder van meet af aan vaak kan ruiken. Het onderscheidingsvermogen van kinderen is in dit opzicht enorm: een zuigeling reageert anders op een T-shirt dat door zijn moeder is gedragen dan op een kledingstuk van een andere vrouw. Dit vermogen om mensen op grond van geuren te herkennen, blijft later behouden. Opvallend is dat vooral de sekse van de drager door bijna iedereen feilloos wordt benoemd. Kennelijk is er ook een typische mannen- en vrouwengeur.

De reukzin heeft tevens te maken met het leren en het geheugen. Heimwee wordt bij kinderen ten dele veroorzaakt door geuren die niet vertrouwd zijn. Een middel om heimwee te voorkomen, schijnt te zijn dat het kind wordt voorzien van een knuffel die de 'huis-geur' meeneemt. Verder schijnt het zo te zijn dat astronauten zich tijdens langdurige reizen vaak ongemakkelijk voelen wegens het ontbreken van geursensaties. Men heeft geprobeerd daar verbetering in te brengen door de heren te voorzien van flesjes met aangename. vertrouwde geuren waaraan zij zo nu en dan kunnen ruiken.

Sommige van zulke effecten zijn zelfs fysiologisch aantoonbaar. Men moet zich voorstellen dat een geursensatie mogelijk ontstaat doordat het reukepitheel is voorzien van openingetjes van talloze typen waarin de vormen van moleculen passen. Deze stereochemische theorie zegt dat bij de gewaarwording van geuren niet zozeer een rol wordt gespeeld door de chemische eigenschappen van het molecuul (die wel van belang zijn omdat de stoffen zoals gezegd ook in de bloedbaan terechtkomen), maar dat een gewaarwording vooral wordt opgeroepen door de vorm van het molecuul. Er zijn speculaties dat sommige kalmerende middelen een zodanige vorm hebben dat zij via de neus kunnen werken. Een bekende, geurende stof in dit verband is lavendel. Wat lavendel op het hoofdkussen zou leiden tot een rustiger elektrische activiteit van de hersenen, een toestand die het inslapen bevordert.

Een ander voorbeeld van de relatie tussen ruiken en herinneren is het volgende. Men kan mensen een taak laten doen die zij niet tot een goed einde kunnen brengen, en hen tegelijkertijd een ongewoon luchtje laten opsnuiven. Als de proefpersoon daarna iets 'gewoons' wordt opgedragen, lukt dat nauwelijks als de geur in kwestie opnieuw wordt verspreid. Deze lucht heeft dan via conditionering de betekenis van een 'faalgeur' gekregen. Men zou hiervan gebruik kunnen maken. Zuigelingen werken vertederend. Wat zou er gebeuren als een voetbalstadion vanuit een helikopter werd besproeid met baby-olie? Wordt agressie daardoor afgeremd?

Wat het geheugen betreft, weet iedereen dat geuren niet alleen herinneringen oproepen (wat voor elk zintuig geldt), maar dat reukprikkels zeer indringend zijn. Er zijn gevallen bekend van mensen die zich niets meer van de kleuterschool wisten te herinneren, totdat zij in zo'n school weer de typische 'kinderlucht' opsnoven. Verder wekken aangename geuren prettige herinneringen op. Het is zelfs mogelijk een lelijk interieur als smaakvol te laten beoordelen door het van een plezierige geur te voorzien. Dat dergelijke processen onbewust verlopen, is naar voren gekomen uit een merkwaardige observatie. Een patiënt die langdurig in coma lag, werd gewassen met jasmijnzeep, een soort die hij niet kende. Toen hij bij kwam, herkende hij de geur van de zeep.

In het algemeen mogen we dus zeggen dat de reuk een onderschat zintuig is. Het heeft veel meer invloed dan we gewoon zijn te denken, en het kan in de sfeer van toepassingen op een geraffineerde manier worden ge- en misbruikt.

PIET VROON


Naar boven
 
 
Mira International BV
Kvk: 33186634
BTW-nr: NL8120.44.745.B.01

Producten ruiken, voelen en zien? Dan bent u van harte welkom bij ons op ons magazijn aan de Edvard Munchweg 27.
open van maandag t/m vrijdag van 15:00 tot 17:00 uur. Gelieve voordat u komt graag even te bellen naar 06 2011 0511.

magazijn:
Edvard Munchweg 27 (bedrijfsterrein het Atelier)
1328 MA Almere
een routebeschrijving vindt u hier
tel: 036-5348610
mob: 06-20110511
fax: 084-8314052

bankgegevens:
IBAN: NL83INGB0004789744
BIC: INGBNL2A
Bezoek ook onze andere websites: www.gels4.me - www.emwinkel.nl - www.moedersgeuren.nl - www.tapestries.nl